donderdag 12 december 2024

Het boek van hoop - Jane Goodall en Douglas Abrams

Levenslessen voor een mooiere toekomst
Wie de krantenkoppen scant - klimaatcrisis, pandemie, politieke onrust - kan soms moeite hebben optimistisch te blijven. Zelfs de grootste optimisten hebben hoop nodig, nu meer dan ooit.
In dit zeer urgente boek leert Jane Goodall, 's werelds bekendste antropoloog, ons hoopvol te leven en vertrouwen te hebben in de toekomst. Ze geeft ons vier redenen om hoop te houden: onze menselijke intelligentie, de veerkracht van de natuur, de kracht van jonge mensen en de ontembare menselijke geest.
Aan de hand van verhalen over haar bijzondere leven en carrière - van het overleven van de Tweede Wereldoorlog tot het naar buiten treden als natuuractivist - geeft Jane Goodall antwoord op de belangrijke vraag: hoe blijven we hoopvol? Haar boodschap: er is altijd hoop. En dit boek geeft het.

Douglas Abrams is auteur, redacteur en literair agent. Hij schreef 2 fictie boeken in 2007 en 2009 en verder verschillende non-fictie boeken. Hiervoor ging hij in dialoog met verschillende bekende en inspirerende geleerden, wetenschappers en geestelijke leiders. Zo werkte hij eerder samen met de Dalai Lama, Desmond Tutu, Nelson Mandela en Stephen Hawking en nu dus Jane Goodall.
Jane Goodall (Londen, 1934) is voornamelijk bekend door haar studie naar het sociale en familiaire leven van chimpansees. Dit onderzoek voerde ze vanaf 1960 in Gombe National Park in Tanzania en is de langstlopende studie naar wilde chimpansees ter wereld. Ze kwam regelmatig in het nieuws en enkele foto's werden beroemd. In 1977 richtte ze het Jane Goodall Institute op dat nog steeds actief is in meer dan dertig landen. Het zet zich in voor de duurzame bescherming van chimpansees en hun leefgebieden en daarvoor wordt er samengewerkt met de lokale gemeenschappen. Dit legt ze trouwens uit in dit boek, prachtig wat ze daardoor heeft kunnen verwezenlijken en de manier waarop is werkelijk een voorbeeld, de wereld kan absoluut veel van haar leren. Tegenwoordig is ze vredesambassadeur voor de VN en reist ze de wereld rond om haar hoopvolle boodschap te verspreiden. De lijst van de onderscheidingen, prijzen en eredoctoraten die ze kreeg van 1980 tot nu, is bijna eindeloos.
Douglas Abrams interviewde Jane Goodall en aan de hand van deze gesprekken kwam Het boek van hoop tot stand. Een interessante formule, daardoor is het boek gestructureerd opgebouwd maar was er ook ruimte voor uitweidingen en zelfs verhalen van hun beiden. Abrams kon op die manier dingen ook kaderen, zo kwam er bijvoorbeeld de corona pandemie tussen maar ook inhoudelijk kon hij dingen plaatsen en in een bepaalde richting sturen, Abrams had duidelijk een visie voor het boek. Hij was niet aan zijn proefstuk toe, zo verscheen al eerder Het boek van vreugde met de Dalai Lama en Desmond Tutu.
Inhoudelijk is het boek zeker inspirerend, Jane Goodall is een vrouw die nadenkt over de maatschappij maar ook over het leven, er zitten spirituele gedachten in en dit verheft het boek naar een hoger niveau. Het is geen vrijblijvende vertelling over het onderzoek en haar leven, want daar komen we ook een en ander over te weten, maar er zitten, zoals de kaft ook titelt, mooie levenslessen in voor de toekomst. Ze spreekt zich ook geregeld uit over de impact die de mens heeft op de natuur en het klimaat wat in deze tijden nogal eens een negatieve impact is, van actualiteit gesproken. Ze legt her en der ook wat linken bloot, hoe één event kan leiden tot een ander, hiermee toont ze aan dat alles samenhangt, mens, natuur en dier.
Het is zeker een boek van hoop geworden, Goodall maakt echter duidelijk dat het nú wel het moment is om in actie te schieten. Hoop en actie zijn voor Goodall trouwens begrippen die samen horen, hoop vergt actie en omgekeerd creëert actie ook hoop.
Het boek van hoop leest heel erg vlot en bevat heel wat beeldmateriaal, een groot pluspunt. Tijdens het lezen kan je ook niet anders dan geïnspireerd raken door deze vrouw, een mooie vrouw in alle opzichten. De link met het klimaat viel zeker te appreciëren, het kon in feite ook niet anders, onze toekomst hangt er vanaf. Een prachtig boek over een prachtige vrouw.
"Together we can! Together we will!" (Jane Goodall)

Uitgeverij: HarperCollins (2021) - 270 blz.
Oorspronkelijke titel: The Book of Hope
Vertaling: Anne Jongeling en Angelique Billet

woensdag 11 december 2024

De schaduwman - Helen Fields

Je ziet hem niet...
toch is hij er
Eslpeth zit opgesloten op de bovenste verdieping van een huis, waarvan de ramen zijn dichtgemetseld. Ze weet niet waar ze is en ze weet niet waarom ze wordt vastgehouden. Wat ze wél weet is dat een man haar heeft ontvoerd, en hij laat haar niet gaan.
Ze zint op een ontsnapping uit deze nachtmerrie, voordat de schaduw man meer slachtoffers maakt. Maar ze moet voorzichtig zijn, want hij houdt alles in de gaten...
Forensisch psycholoog Connie Woolwine en inspecteur Brodie Baarda worden op de zaak gezet en zij ontdekken dat de ontvoering van Eslpeth slechts het topje van de ijsberg is. Woolwine en Baarda moeten alles op alles zetten om de dader te vinden.

*****

Helen Fields heeft jaren ervaring als advocaat en zelfs met filmproducties, een zeer goede combinatie om weer een spannend boek neer te pennen en wat dat betreft heeft ze ondertussen ook al heel wat ervaring. Fields is een schrijfster naar mijn hart, voorlopig heb ik alleen nog maar heel erg goede boeken van haar gelezen. In de Callanach en Turner-serie zit ze aan 7 boeken, dan was er een standalone en dit boek is het eerste deel in een nieuwe serie met Connie Woolwine en Brodie Baarda.
Wat een verhaal! Het was even afwachten, nieuwe personages, nieuwe serie, en dit na de succesvolle vorige serie. Maar we hadden niet moeten twijfelen, Fields is er absoluut in geslaagd om er weer een top-boek van te maken, in alle opzichten.
De plot van De schaduwman is verrassend en er zitten heel wat originele elementen in. De auteur is een meester in spannende en filmische plots en dat is hier absoluut ook aan de orde. In het begin komt het verhaal iets trager op gang, het boek heeft wat tijd nodig om dan uiteindelijk op kruissnelheid te komen en serieus te knallen aan het einde, crescendo-stijl dus.
Er zijn enkele bekenden uit de Perfecte-serie die ook in dit boek aantreden zoals Commisaris Overbeck en lijkschouwer Aisla Lambert en dat is zeer aangenaam. En dan introduceert Fields de twee hoofdrollen. Connie Woolwine is een Amerikaanse psychologe en profielschetser en haar hulp wordt ingeroepen om het politieteam bij te staan wat door sommigen nog steeds niet helemaal aanvaard wordt, het schetsen van een profiel is voor sommigen toch wat te veel nattevingerwerk. Ze moet samenwerken met inspecteur Brodie Baarda, hij lijkt in een groot deel van het boek haar hulpje te spelen en hij blijft zo wat op de achtergrond. Maar langzaam maar zeker komt ook hij meer in beeld, neemt een belangrijkere rol op in het verhaal en de twee worden dan toch meer en meer een duo. Het zijn twee fantastische personages die afstevenen op een ijzersterk partnerschap in het onderzoek. Woolwine en Baarda zijn ook figuren die grappig uit de hoek kunnen komen, de auteur is er in geslaagd om me meermaals hardop te laten lachen en als er iets is dat ik apprecieer dan is het dit wel.
De schaduwman is een knap opgebouwd verhaal en de moordenaar waar het in dit boek over gaat, heeft een zeer aparte en zeldzame aandoening waar ik nog nooit van gehoord had, we hebben weer wat bijgeleerd ook dus. Het tweede boek met Woolwine en Baarda is ook reeds verschenen en staat op mijn dringende leeslijst. De schaduwman is een spannend en verrassend boek met intrigerende nieuwe hoofdpersonages en het is nog humoristisch ook, wat wil een mens nog meer?

Uitgeverij: Ambo|Anthos (2023) - 382 blz.
Oorspronkelijke titel: The Shadow Man
Vertaling: Yolande Ligterink

maandag 9 december 2024

Paul van Ostaijen - Matthijs de Ridder

De dichter die de wereld wilde veranderen
Paul van Ostaijens leven was in een flits voorbij. Amper tweeëndertig was hij toen hij in 1928 moederziel alleen stierf in een klein Waals sanatorium. Zijn oeuvre spreekt een eeuw later nog steeds tot de verbeelding. Paul van Ostaijen joeg de Nederlandse literatuur haast in zijn eentje de razendsnelle en uiterst gewelddadige twintigste eeuw binnen. Ieder genre dat hij aanpakte, probeerde hij opnieuw uit te vinden. Ieder boek waaraan hij begon, moest totaal anders zijn dan wat eraan voorafging. Die compromisloze houding maakte zijn leven niet gemakkelijk, maar zorgde er wel voor dat hij uitgroeide tot een van de meest geliefde dichters van de Nederlandse letteren.
In deze eerste volwaardige biografie wekt Matthijs de Ridder ‘zot polleken’ tot leven. De dichter loopt weer rond in Antwerpen, dwaalt weer door de straten van Berlijn van de expressionisten en zwerft door België op zoek naar gezonde lucht voor zijn zieke longen. Voor dit meeslepende verhaal van een leven dat zich keer op keer in het centrum van de geschiedenis afspeelt, bracht De Ridder veel nieuw materiaal bij elkaar. Hij vond bovendien een fragment van een jeugdroman en een onbekende groteske.

***

Matthijs de Ridder (Apeldoorn, 1979) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit van Groningen en de Universiteit Antwerpen. In 2009 promoveerde hij in Antwerpen en sindsdien zet hij zich samen met het Paul van Ostaijengenootschap in voor de studie en de promotie van het werk van Paul van Ostaijen. Zijn onderzoek resulteerde in Boem Paukeslag (2021) en deze biografie, Paul van Ostaijen. De dichter die de wereld wilde veranderen (2023). Nederlander Matthijs de Ridder is auteur van meerdere boeken sinds 2007, literair recensent, docent en musicus en hij woont en werkt in Antwerpen.
Dit boek kwam in mijn vizier omdat het vorig jaar genomineerd werd voor de Boon Literatuurprijs 2024 en op de shortlist belandde, de prijs die ging uiteindelijk naar Alkibiades van Ilja Leonard Pfeijffer. En dan luistert een mens al eens naar een podcast waarin de boeken van de shortlist voorgesteld werden en raak je ook nog eens overtuigd om een boek te lezen die uit je eigen comfortzone ligt. En zodoende belandde dit boek op mijn Nog-te-lezen-lijst en uiteindelijk op mijn nachtkastje. Ik was helemaal onder de indruk van het boek, letterlijk, het is een kanjer van een boek dat, ook weer letterlijk, gewicht in de schaal legt, niet echt handig op een nachtkastje weliswaar.
Maar ook figuurlijk maakte dit boek indruk ook al heb ik het maar met drie sterren gequoteerd. Vaak las het boek heel erg vlot, maar dan waren er toch ook wel wat stukken waar ik moest voor werken om het gelezen te krijgen, en dit 850 bladzijden lang, een pluim voor mezelf, ha. Er stonden ook foto's in zwart-wit in die het geheel verlevendigden en achteraan kleurenfoto's van voornamelijk kunstwerken maar ook van enkele boeken van van Ostaijen zelf. Dit maakte het boek absoluut af en compleet. Het verduidelijkte de visie van Paul van Ostaijen op kunst en literatuur en was zeker een pluspunt voor een totale leek, zoals ik dus.
Het boek scoorde voor mij op twee vlakken. Vooreerst leerde je de schrijver Paul van Ostaijen kennen, dat lijkt wel evident aangezien het een biografie is, maar het is zo geschreven dat je ook van Ostaijen als persoon leert kennen. De Ridder is bijna letterlijk in zijn huid gekropen waardoor Paul van Ostaijen helemaal tot leven komt. Knap gedaan.
Maar wat mij vooral interesseerde was dat de auteur doorheen deze schrijver een subliem beeld heeft geschetst van de geschiedenis vanaf het begin van de 20e eeuw tot de dood van de schrijver in 1928. Het grootste deel van het verhaal ging over Antwerpen en wat er daar gebeurde rond de Grote Oorlog maar dat werd doorgetrokken naar de Vlaamse én Belgische geschiedenis. Paul van Ostaijen en zijn entourage waren flaminganten. Mijn ogen zijn toch weer eens opengegaan, heel erg interessant deze Vlaamse, Belgische en Antwerpse geschiedenis.
Toch een derde punt bij nader inzien, ik heb ook heel wat opgestoken over kunst, ik hoorde wat bekende namen maar heb er toch ook anderen leren kennen. Het wil nu lukken dat ik niet lang voor het lezen van dit boek in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA) was en mede daardoor toch al wat van de kunstenaars in dit boek had mogen bewonderen. Nu dringt zich echter, ná het lezen van deze biografie, toch een nieuw bezoekje op. Aha!
Deze biografie Paul van Ostaijen is me zeer zeker bevallen ook al was het serieus werken om hem door te komen. Ik ben zeer blij dat ik me door de besprekingen ivm De Boon-prijs heb laten verleiden tot het lezen van dit werk. Een kanjer van een boek, letterlijk en figuurlijk.

Uitgeverij: Pelckmans (2023) - 853 blz. (855-902 Bibliografische aantekeningen, Noten, Register)