Mijn naam is Unai. Ze noemen me Kraken.
Jouw jacht eindigt hier. De mijne begint...
Vitoria, 2022. Voormalig inspecteur Unai López de Ayala – alias Kraken – krijgt een anoniem telefoontje dat alles wat hij weet over zijn familie zal veranderen. Hij heeft een week de tijd om het legendarische Zwarte boek van de uren te vinden, een exclusief bibliografisch juweel, en dan zal zijn moeder niet sterven. Zijn moeder, die al tientallen jaren op het kerkhof rust. Hoe is dit mogelijk?
Er volgt een race tegen de klok tussen Vitoria en Madrid om het belangrijkste criminele profiel van zijn leven op te stellen, een profiel dat het verleden voor altijd kan veranderen.
***
Eva García Sáenz de Urturi bracht haar eerste boek uit in eigen beheer in 2012 en ondertussen is ze aan haar negende toe. In Nederlandse vertaling zitten we aan 6 boeken waaronder de succesvolle trilogie van De witte stad, aansluitend nog 2 thrillers met hetzelfde hoofdpersonage Unai López de Ayala en een standalone. Garcia werd geboren in Vitoria waar ze tot haar vijftiende woonde en hier speelt zich ook dit boek dus af, ze schrijft dus met kennis van zaken.
Het verhaal is opgebouwd door middel van twee verhaallijnen waarvan de grootste zich in het heden afspeelt, 2022. Unai krijgt een raar telefoontje, zijn moeder in ruil voor het Zwarte Getijdenboek maar zijn moeder stierf bij de geboorte van zijn broer. Kort daarvoor was er een boekhandelaar vermoord, de bekendste antiquaar uit het noorden van het land en dit lijkt Unai wel heel toevallig, hij vraagt zich af of er een verband is. Inspecteur Estíbaliz, voormalig collega van Unai is belast met het onderzoek maar Unai López de Ayala richt zich voornamelijk op de zoektocht naar dat oude boek waar zo goed als niemand al van gehoord had om een vrouw te redden die mogelijks zijn moeder is. Deze hedendaagse verhaallijn is niet zo boeiend ook al zit het wel goed in elkaar zoals verder in het boek blijkt. Er zit weinig samenhang in, er is geen team om de misdaad op te lossen en de karakters zijn slecht uitgewerkt, niet in feite.
Het interessantste is de tweede maar kleinere verhaallijn die zich ontwikkelt vanaf 1972 en waar we kennismaken met Ítaca Expósito en dit is wel een boeiend en uitgewerkt personage. Het rare aan dit deel is dat het verteld wordt in de je-vorm en dat is best wennen.
Het zwarte boek van de uren is zeker wel een thriller maar een deel van het boek leest als een roman. Ik kreeg echter de indruk dat de auteur het voornamelijk over de wereld van de bibliofilie wilde hebben en zodoende heeft het ook wel iets van een non-fictie boek. De auteur hanteert zelfs af en toe een belerende toon. Je leert zowat alles over incunabelen of wiegedrukken, facsimile's (replica's van een handschrift of oude druk) en de wereld van de handel in deze oude boeken en geschriften. Zelfs het maken van ervan wordt uitgebreid beschreven. Ik moet zeggen dat dit allemaal best wel heel interessant was en zo hebben we zeker weer wat bijgeleerd en weet je waar op te letten moest je eens een museum willen bezoeken.
Het zwarte boek van de uren is wat betreft opbouw en verhaallijn toch wat ondermaats op het saaie af zelfs. Meer naar het einde toe herpakte de auteur zich en werd het zowaar nog spannend, ze slaagde er zelfs in om er nog wat verrassingen in te steken. Het kon het boek niet helemaal redden maar genoeg om er toch een beetje een voldaan gevoel aan over te houden. Vooral de informatie over de wereld van de eerste gedrukte boeken die zich situeert rond de tweede helft van de 15e eeuw was boeiend en leerrijk. Het kleine wereldje van de verzamelaars hiervan heeft de auteur ook goed beschreven. Zodoende net genoeg voor een derde ster.
Uitgeverij: A.W. Bruna (2020) - 315 blz.
Oorspronkelijke titel: El Libro Negro de las Horas
Vertaling: Pieter Lamberts