Een Belgisch liefdesverhaal / La dernière histoire belge
Voor het eerst schrijft een Waal een roman in het Nederlands. De taal van de liefde zegt hij. Voor het eerst heeft ons land zijn eigen Romeo en Julia. Dat werd tijd, na bijna tweehonderd jaar. Wild en wulps. Leuk en leerrijk. U verneemt meer over het koninkrijk België dan in alle non-fictieboeken over dit onderwerp samen. Of bijna.
Bente is een Vlaamse uit het verre Essen. Baudouin een Waal uit het verre Dinant. Ze worden verliefd. Het was beter niet gebeurd. Voor hen. Voor een zeer bekende politicus. Voor het land. Want zoals bij Shakespeare eindigt hun relatie met een dode: België. Of misschien niet?
Deze roman heeft twee eindes. Via een zelftest bepaalt u welk van beide u het beste leest.
Het boek lijkt op België: u krijgt een Nederlandse en Franse versie in één. Uw talenkennis zal erop vooruitgaan dankzij een werk dat tot de allerlaatste pagina verrast.
***
Christophe Deborsu (Namen, 1965) studeerde rechten aan de KU Leuven en communicatiewetenschappen aan de Université catholique de Louvain. Hij startte als wetstraatjournalist bij de RTBF, werkte bij het Vlaamse productiehuis Woestijnvis (2012-2015) en modereert sinds 2015 het zondagse politieke debatprogramma op RTL tvi. Hij verschijnt nog steeds regelmatig op de Vlaamse televisie en is schrijver. Hij publiceerde drie boeken, Dag Vlaanderen! (2011), Dag / Bonjour! (2014) en zelfs een kleine reisgids over zijn geboortestad Namen (2016), hij is ook columnist bij Het Belang van Limburg en de VRT.
Bente en Boudewijn is zijn eerste roman en hij leest zoals we hem kennen van televisie en zijn eerdere boeken: interessant en grappig. Deborsu mag dan wel een Waal zijn van geboorte, hij is perfect tweetalig en beheerst het Nederlands als geen ander, hij slaagde er in 2011 zelfs in om als eerste Waal het bij Het Groot Dictee der Nederlandse Taal beter te doen dan de gemiddelde deelnemer.
Zoals al op de flap te lezen is, bestaat dit boek uit zowel de Nederlandse als Franse versie, alleen dit is al speciaal te noemen. Maar er zijn zo nog enkele verrassende stijlfeiten, hij onderbreekt af en toe het verhaal om als de schrijver wat noten toe te voegen zoals "Wat hebben we tot nu toe geleerd?" en in Noot 4 "Handleiding om verder te lezen". Er zijn immers twee eindes te lezen en om je keuze te maken heeft hij een zelftest opgesteld. De paginanummering is dan ook nog eens speciaal, dit legt hij uit in zijn "Gebruiksaanwijzing bij dit boek".
Het verhaal op zich is knap geconstrueerd maar ging er bij mij iets minder goed in dan ik verwachtte, her en der was er een stukje dat minder mijn aandacht kon vasthouden. Maar over het algemeen was het een vlot verhaal en soms zelfs intrigerend, de drang om het 'einde' te lezen, of beter de 'twee' eindes, bleek er dan toch te zijn.
Een argument om dit verhaal te lezen, is dat hij doorheen het romantische verhaal het geschiedkundige verhaal van het Koninkrijk België vertelt vanaf het officiële ontstaan in 1830 en met een blik op de mogelijke nabije toekomst. Je leest op een smakelijke wijze over de twee verschillende landsdelen, hun cultuur en onderlinge verhoudingen. Hierin is Deborsu toch wel een kampioen, 'Verteller' is zijn tweede naam. Hij kan gebruikmaken van zijn eigen ervaringen, hij is immers getrouwd met een Vlaamse en woont en werkt in de beide landsdelen, van een troef gesproken.
Maar hét grote argument om dit boek zeker te lezen, is toch de toon waarop hij schrijft, deze is zeer vlot maar vooral zo grappig, hij maakt veelvuldig gebruik van woord- en zinsspitsvondigheden, zó goed gevonden, 'Grappig' is bij deze zijn derde naam.
Bente en Boudewijn is absoluut een boek dat goed te lezen valt mits wat kanttekeningen wat betreft het verhaal zelf. Voor de goede orde: ik las enkel het Nederlandse en dus de originele versie, het Franse deel is de vertaling, nog een primeur voor de van oorsprong Franstalige Christophe Deborsu.
Uitgeverij: Borgerhoff-Lamberigts (2024) - 459 blz. (Nederlands: 253 blz. / Frans: 206 blz.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten