Wetenschappelijke thriller.
Op de achterflap : “Op de trappen van het Museum voor Oudheden in Caïro wordt Tomás Noronha aangesproken door een hem onbekende vrouw uit Iran, die hem een kopie aanbiedt van een raadselachtig manuscript. Deze onverwachte ontmoeting markeert het begin van een reeks bloedstollende gebeurtenissen, waardoor Tomás tegen zijn zin betrokken raakt bij het Iraanse nucleaire ontwikkelingsprogramma. Bij toeval komt hij een geheime ontdekking van Albert Einstein op het spoor, een vondst die hem naar het grootste van alle mysteries voert: het wetenschappelijke bewijs van het bestaan van God.”
Vol goede moed en met hoge verwachtingen ben ik begonnen aan dit boek, ik had immers verschillende goede recensies gezien en de aanbevelingen op de kaft zagen er veelbelovend uit, ‘Spannend, verslavend en leerzaam’. Vooral deze eerste twee termen waren doorgedrongen tot mijn hersenpan, maar laat het nu toch wel net de laatste zijn die als enige bewaarheid wordt?!
Leerrijk is hier dus de term die volop aan de orde is, het boek staat bol van vele natuurkundige betogen, formules worden uit de doeken gedaan en we worden zelfs ingewijd in de beginselen van het boeddhisme. Om de strekking aan te duiden, enkele termen: kwantumtheorie, relativiteitstheorie, de Theorie van Alles, de Big Bang, energie, thermodynamica. Soms was het wel interessant, een enkele stelling of uitleg was boeiend om te horen en ja het was zelfs enigszins begrijpelijk, maar het boek was voor het overgrote deel een college in de fysica en in een fictie boek is dit niet op zijn plaats, het was helemaal ‘over the top’.
Daarnaast was er dan de verhaallijn maar die werd helemaal niet spannend, ook al was er sprake van ontvoering, marteling, sectie 209 of gevangenis 59, CIA, hezbollah en donker geklede mannen met zwarte brillen.
Als ik één term kan plakken op dit boek is het wel dat het zeer ‘gekunsteld’ was. De dialogen trokken op niets, het waren vooral belerende ja en nee gesprekken, de ontluikende liefde tussen Tomás en Ariana leek een verplicht nummer en kwam puberaal over, de auteur gebruikte heel vaak andere aanduidingen voor de personages, een irriterende gewoonte, en dan waren er nog de uitspraken van een topman en contactpersoon van de Amerikaanse CIA, elke twee woorden stond er fuck in, de auteur denkt misschien dat het de Amerikaanse way of speaking is.
Dit was dus het tweede boek op rij dat ik absoluut niet kan waarderen. Ik begrijp helemaal die goede commentaren niet en dat de naam Dan Brown bij dit boek in de mond wordt genomen daar kan ik al helemaal niet inkomen, dat is zelfs een regelrechte belediging.
En nu ga ik met het volgende boek absoluut geen risico nemen, het tweede boek in serie Q van Adler-Olsen ligt klaar.
Uitg. Em. Querido’s (2008) - 548 blz. | Oorspr. titel A Fórmula de Deus - vertaling Kitty Pouwels
Geen opmerkingen:
Een reactie posten