Een pure en overdonderende roman over opgroeien met autisme
Jasmijn Vink praat niet. Wel met haar hond. En met Elvis. Die zeggen namelijk niets terug en dat is fijn. Hoe kan het dat anderen wel weten hoe ze zich moeten gedragen? Dat mensen zich kunnen afsluiten voor alle prikkels, die ervoor zorgen dat haar hoofd implodeert?
Zondagskind neemt de lezer mee in de belevingswereld van iemand met Asperger. Met vallen en opkrabbelen leert Jasmijn hoe ze zich in sociale situaties staande kan houden.
****
Judith Visser is een Nederlandse schrijfster, geboren en getogen in Rotterdam. In 2006 verscheen haar debuut en ondertussen staan er 13 boeken en enkele kortverhalen op haar naam. Tot 2016 schreef ze voornamelijk psychologische thrillers waarna ze overschakelde naar romans. Met haar tweede roman Zondagskind brak ze door bij het grote publiek en ze heeft nu net het vervolg hierop uitgebracht, Zondagsleven. Het zijn beide autobiografische boeken.
In Zondagskind vertelt ze haar leven van kleuter af tot ze een job vindt en zelfstandig gaat wonen. Vooral haar schoolperikelen worden uit de doeken gedaan. Ze vertelt het verhaal chronologisch, het wordt duidelijk tijdens het lezen dat ze van orde en regelmaat houdt, en daar hoort dit dan ook bij, uiteraard. Het is geen dun boekje, en aangezien Jasmijns leven liefst volgens een voorspelbaar patroon verloopt, komen dezelfde issues vaak aan bod. Het is veel van hetzelfde, steeds opnieuw. Toch slaagt Visser erin om de aandacht van de lezer vast te houden, het kost totaal geen moeite om steeds maar weer verder te lezen, het gaat vanzelf. Geen simpele opdracht in feite. De reden zal waarschijnlijk wel zijn dat het boek volledig authentiek is, het is doorleeft en Visser weet het op een sublieme wijze te brengen. Taal is altijd haar ding geweest, met boeken kon ze zich terugtrekken en dat merk je, aan het verhaal èn de schrijfstijl.
Uit het boek blijkt een grote kracht. Jasmijn trekt haar plan en doet wat ze doet. Ze probeert haar leven zo in te richten dat ze zo min mogelijk aandacht trekt en "normaal" is of toch alleszins zo lijkt. Binnen die grenzen probeert ze te voorkomen dat anderen haar "anders" vinden. Haar kracht ligt er precies in dat ze haar persoonlijke grenzen bewaakt en op die manier sterk voor de dag komt in relatie tot anderen, ze laat zich absoluut niet doen. Ze heeft wel enorm geluk met hoe haar ouders, grootouders en broer er mee omgaan en dat ze ondanks haar afzijdigheid een zeer mooie en trouwe vriendschap kon aanknopen.
Pas aan het einde van het boek wordt voor Jasmijn duidelijk dat er misschien toch beter eens een diagnose wordt gesteld, ze is dan al 21 jaar. Wat er daarna gebeurt, vertelt Visser in Zondagsleven dat nu net verschenen is, twee jaar later.
Dit boek leert je ontzettend veel over het leven met autisme, Visser heeft dit erg goed beschreven. Je moet de vele herhalingen wel voor lief nemen maar desondanks leest het boek heel erg vlot, het is een geleefd en authentiek boek.
Uitgeverij: HarperCollins (2018) - 480 blz.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten