Arthur Ophof had zich het leven toch anders voorgesteld. In plaats van spectaculaire reizen te maken naar verre landen, staat hij vier keer in de week in de file van Purmerend naar Breukelen én in de file van Breukelen naar Purmerend. Groots en meeslepend kun je zijn uitgebluste, kinderloze huwelijk en zijn autovrije hofje voor de deur niet noemen. De vrijdagmiddagen met zijn drie vrienden zijn nog het enige hoogtepunt van de week. En hij wordt vijftig, dus de tijd begint te dringen.
Maar als zijn werkgever hem 'helaas' moet ontslaan en hij er een riante ontslagvergoeding uit weet te slepen, openen zich onverwachts mooie perspectieven op een geheel nieuw leven...
***
Hendrik Groen is het hoofdpersonage in de twee vorige boeken van de gelijknamige auteur en dus een pseudoniem. In dit boek is Arthur Ophof de protagonist, een vijftigjarige man die vastzit in een liefdeloos en kinderloos huwelijk, maar hij heeft wel zijn drie vrienden, geen bejaardenperikelen meer dus.
De schrijfstijl is nog steeds heel erg amusant en is ook nu gestoeld op de realiteit, de lezer hoeft zelf geen slecht huwelijk hebben om er zich her en der in te herkennen. Er zijn ook hoofdstukken waarin Arthurs vrouw Afra aan het woord is en dezelfde gebeurtenissen beschrijft zoals zij ze ervaart en voelt, een meerwaarde.
De opzet is wel anders dan in de twee vorige boeken en daar bedoel ik mee dat er ditmaal geen maatschappijkritische gedachten insteken maar dat het alleen maar bedoeld is om de lezer plezier te bezorgen. Meevoelen hoef je ook niet te doen maar lachen zeker wel. Het is vooral de zelfkritische en relativerende manier waarop geschreven wordt die de lachspieren tot actie dwingen, het verhaal zelf is immers niet echt een voltreffer.
Leven en laten leven is een goed boek geworden dat zeer humoristisch is en dat is niet simpel. Als je dus nog eens goed wil lachen met een boek dan is dit absoluut een aanrader, een topboek in dit opzicht.
Eerder: Pogingen iets van het leven te maken,
Zolang er leven isDe schrijfstijl is nog steeds heel erg amusant en is ook nu gestoeld op de realiteit, de lezer hoeft zelf geen slecht huwelijk hebben om er zich her en der in te herkennen. Er zijn ook hoofdstukken waarin Arthurs vrouw Afra aan het woord is en dezelfde gebeurtenissen beschrijft zoals zij ze ervaart en voelt, een meerwaarde.
De opzet is wel anders dan in de twee vorige boeken en daar bedoel ik mee dat er ditmaal geen maatschappijkritische gedachten insteken maar dat het alleen maar bedoeld is om de lezer plezier te bezorgen. Meevoelen hoef je ook niet te doen maar lachen zeker wel. Het is vooral de zelfkritische en relativerende manier waarop geschreven wordt die de lachspieren tot actie dwingen, het verhaal zelf is immers niet echt een voltreffer.
Leven en laten leven is een goed boek geworden dat zeer humoristisch is en dat is niet simpel. Als je dus nog eens goed wil lachen met een boek dan is dit absoluut een aanrader, een topboek in dit opzicht.
Uitgeverij: Meulenhoff Boekerij (2018) - 284 blz.