Roman.
Op de achterflap: "Net als haar moeder en grootmoeder heeft Marianne het niet getroffen in de liefde. Ze is net getrouwd met Rupert, maar tijdens een vakantie in Italië verdwijnt Rupert spoorloos. Terwijl hij zat te schetsen bij de Trevifontein, maakte Marianne een wandeling, dus waar kan hij heen zijn? Zijn waterflesje staat er nog gewoon. Is hem wat overkomen, of heeft hij zijn zwangere vrouw verlaten? Het is zeven jaar later, en Marianne weet het nog steeds niet."
Dit is een streekroman, volgens de kaft in de verteltraditie van Judith Lennox en Charlotte Link, maar daar kan ik me niet in vinden. Van Lennox weet ik het niet maar de verwijzing naar Link klopt alleszins niet. Er zit totaal geen spanning in dit verhaal en de psychologische profielen van de personages waren maar zo zo.
De eerste 100 blz. heb ik zelfs getwijfeld om verder te lezen maar uiteindelijk viel het verhaal daarna wel mee. Het verhaal van Marianne is het hoofdverhaal, maar ook de verhalen van moeder en grootmoeder worden stukje bij beetje uit de doeken gedaan.
Hall maakt heel het boek door veel gebruik van gedachten sprongen en dat was soms vervelend. Zelfs in een kort telefoongesprek werd er buiten het gesprokene zo hard uitgeweid dat ik terug moest gaan om de vraag nog eens te lezen waarop er dan uiteindelijk antwoord werd gegeven. Ook in een alinea liepen het gesprokene en de gedachten enorm door elkaar.
Geen slecht boek maar het was niet echt mijn ding.
Uitgeverij: De Kern (2008) - 382 blz. | Oorspronkelijke titel: The Disappearance (2007)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten