woensdag 23 september 2020

Zullen we het liefde noemen? - Tine Bergen

Esther houdt van haar man Stef en van haar kinderen, uiteraard. Ze houdt van haar vader, al zou ze dat soms liever niet willen. Want houdt haar vader wel van haar? En hoeveel houdt Esther van die andere man, Jack?
Wanneer haar achtjarige zoon Linus de overbuurman doodrijdt, wijst alles eerst op een ongeluk. Dat gelooft Esther toch. Maar is dat wel zo? Want die overbuurman is ook wel de leerkracht die Linus vorig schooljaar het leven heel erg zuur maakte. De inspecteur die op de zaak wordt gezet doet zijn werk grondig, dus rest Esther geen andere keuze dan dit zelf ook te doen. Al moet ze daarvoor haar eigen leven wel heel scherp onder de loep nemen.
Van hoeveel mensen kun je tegelijkertijd houden? En hoeveel doe je voor de mensen die je graag ziet?

***

Tine Bergen zorgt er steeds voor dat ik onder de indruk ben van haar schrijfstijl, woordgebruik en taalvaardigheid en dit boek is geen uitzondering. Haar opleiding als germaniste en vroegtijdige interesse in het schrijven zijn hier waarschijnlijk niet vreemd aan. Dit is haar derde psychologische thriller voor volwassenen, ze schreef eerder ook young adults alsook enkele non-fictie boeken.
Het onderwerp is toch wel speciaal, een achtjarige die zijn leraar en overbuurman doodrijdt. Je weet dat Bergen een meester is om een verrassende ontknoping te verzinnen, je begint je al onmiddellijk vragen te stellen hoe ze zich hier gaat uitdraaien en de lezer verrassen.
Haar personages worden psychologisch gezien weer erg goed geduid. Ze heeft haar boek hierrond geconstrueerd, maakt gebruik van vele flashbacks en wisselt vaak van perspectief. Dit was hier niet gemakkelijk om te volgen. Haar vader en zus spelen dan ook nog een rol in een verhaallijn die buiten de hoofdverhaallijn staat en dat schept verwarring, je moet absoluut goed bij de les blijven.
De plot in dit derde boek is veel minder consistent dan in haar twee vorige boeken, er zijn nogal wat herhalingen en het verhaal blijft hangen en lijkt doelloos op momenten. De subtiele en gestage spanningsopbouw die kenmerkend zijn voor haar twee eerdere boeken, mis ik hier. En dan komen we aan het einde van het boek, verrassend ja, ik zag hem niet aankomen, en toch bekroop me een gevoel van ontgoocheling. De toedracht van het ongeluk en hoe dit kon gebeuren, zag ik niet voor me.
Dit derde boek heeft me inhoudelijk minder kunnen bekoren, de schrijfstijl echter des te meer, doorlezen was de enige optie en ik blijf haar zeker volgen.

Uitgeverij: Vrijdag (2020) - 264 blz.

Geen opmerkingen: